Ontslag is voor niemand leuk, noch voor de werkgever noch voor de werknemer. Door ontslag moet de werkgever afscheid nemen van zijn medewerker en verliest daardoor mankracht en zijn personeel met kennis en ervaring over het bedrijf waardoor er opnieuw geïnvesteerd moet worden in personeel, die dan tijd nodig heeft om het bedrijf ‘eigen’ te maken.

Ook voor de werknemer is ontslag een ingrijpende gebeurtenis waardoor deze zijn inkomen verliest met als gevolg dat hij wellicht in financiële moeilijkheden komt.

Gelukkig voor de werknemer biedt het Nederlandse arbeidsrecht de werknemer bescherming tegen ontslag. Dit kan enkel onder strikte voorwaarden. Desondanks kunnen er situaties zich voordoen waardoor werkgever en werknemer direct van elkaar afscheid moeten nemen. Voor die gevallen bepaalt de wet dat het de werkgever toegestaan is om de werknemer op staande voet en per direct te ontslaan enkel in het geval er een dringende reden daarvoor is. Wat geen dringende reden kan zijn is bijvoorbeeld financiële problemen van de werkgever. Daarvoor dient de werkgever de normale ontslagprocedure volgen.

Een dringende reden is een gedraging, handeling of nalaten van de werknemer waardoor van de werkgever in redelijkheid niet verlangd kan worden om het dienstverband nog langer voort te zetten. Denk bijvoorbeeld aan de werknemer die de kassa van de werkgever als zijn/haar eigen portemonnee gebruikt!

Wat een dringende reden voor ontslag op staande voet is, is niet heel duidelijk te omschrijven in een paar zinnen en evenmin kan het opgesomd worden in een paar gevallen. Het is daarom van belang dat wanneer u op staande voet ontslagen bent of wanneer de werkgever u op staande voet wil ontslaan, u zich direct juridisch laat bijstaan zodat er getoetst kan worden of het ontslag al dan niet mogelijk en/of terecht is.

 

Wordt de werknemer op staande voet ontslagen, dan kan deze zich – versterkt door juridische bijstand – wenden tot de rechter met het verzoek om het ontslag op staande voet te vernietigen. De werknemer dient dan wel te motiveren dat er geen dringende reden is voor het ontslag op staande voet. Wordt het ontslag op staande voet door de rechter vernietigd, dan is de arbeidsovereenkomst dus nooit rechtsgeldig beëindigd en dient de werkgever het achterstallige loon – waarschijnlijk vermeerderd met de wettelijke rente – te betalen. Dit geldt ook voor het geval de werknemer niet gewerkt heeft doordat hij op staande voet ‘ontslagen’ was.

 

Wendt de werknemer zich tot de rechter, dan dient de werkgever het verleende ontslag op staande voet te verdedigen. Aangezien het dan met name om de vraag gaat of er een juridische grondslag aanwezig was om tot het verlenen van ontslag op staande voet over te gaan of niet, is het raadzaam om altijd de bijstand ven een gespecialiseerde jurist of advocaat in te schakelen. Voor de werkgever staat er immers veel op het spel: wanneer het ontslag op staande voet vernietigd wordt, dan wordt de werkgever veroordeeld in de proceskosten van het geding, het betalen van het achterstallige loon (vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en het vakantiegeld) waarover ook de werkgever evenwel sociale lasten dient af te staan, het doorbetalen van het loon van de werknemer tot het einde van de arbeidsovereenkomst (terwijl de verhoudingen met de werknemer na het verleende ontslag niet meer als vanouds kan worden), en dergelijke.

Bovendien, wanneer het ontslag op staande voet vernietigd wordt, zit de werkgever met het probleem dat volgens de werkgever de werknemer ‘iets’ gedaan heeft waardoor de werknemer niet meer welkom is bij de werkgever, terwijl het recht de werkgever verplicht om de arbeidsverhouding met de werknemer voort te zetten.

 

Laat u zich dan op tijd adviseren en bijstaan door een arbeidsrechtsdeskundige jurist of advocaat.